Tijdens deze tochten, heb ik weer allerlei spullen getest, die wij afhankelijk van de uitkomst bij De Vakantiefietser zullen gaan verkopen.
Zoals een Koga Signature met riemaandrijving: Koga heeft in 2009 voor mij een prototype fiets met riemaandrijving gebouwd, waarvan ik hier verslag doe. Uiteraard met Rohloff-naaf, hydraulische remmen en een SON-naafdynamo. Ik ben natuurlijk zeer vereerd en heb een nieuwe fiets onder mijn kont. Maar als het misgaat, zal ik in India voor 50 dollar een nieuwe Indiase Hero-fiets moeten kopen van ‘topkwaliteit’.
Over de riemaandrijving heb ik al een positief stuk geschreven, maar niet ieder fietsmerk is er (tot nu toe) enthousiast over. Dus tijd om de riemaandrijving zelf aan de kaak te stellen.
Koga had al ervaring opgedaan met de Adapter. Die kreeg in plaats van een fietsketting een soort van gekartelde V-snaar, de riemaandrijving, officieel genoemd de Gates belt-drive. Ook Santos bouwt fietsen met een riemaandrijving .
De dag voor vertrek kreeg ik de Koga binnen, dus het zal mij benieuwen…
Maar waar ga ik bij de test op letten?
Ik ga hem testen op gebruiksgemak, degelijkheid en duurzaamheid.
- Gebruiksgemak bekent vooral voelen en geen aandacht aan besteden.
- Degelijkheid komt aan bod omdat wij bij temperaturen van onder de nul tot boven de 35 graden zullen fietsen. En als ik met al mijn spullen in de Indiase Himalaya een helling van 25 procent moet nemen, dan komt er veel kracht op de riem te staan. Bovendien zullen de wegen vaak onverhard zijn, zodat er nog harder getrapt moet worden.
- Halverwege de tocht zal ik een destructieve test uitvoeren. Altijd leuk om te doen! Ik zal in de riem met een mes een inkeping maken en kijken wanneer hij scheurt (als hij al scheurt).
Ik doe dit pas als wij uit de bergen zijn, anders wordt het voor mij persoonlijk te gevaarlijk. Even voor mijn moeder: Ma, maak je geen zorgen hoor! Als hij scheurt heb ik een reserveriem bij me en zelfs nog een normaal voorblad, achterkransje en ketting. En ik zal hem ook nog zonder snubber (aandrukrol) testen. - De duurzaamheid zal zich beperken tot deze tocht van twee maanden door de Indiase deelstaten Arunachal Pradesh en Assam. Het zullen dus geen tienduizenden kilometers worden, maar eerder een paar duizend.
Rohloff-naaf voor de Gates-riem.
De Rohloffnaaf voor deze Koga is speciaal door Rohloff geleverd en zal ik ook testen.Maar daar maak ik mij geen zorgen over. Hij wordt geleverd inclusief aluminium voorblad, achterkrans en zogenaamde ‘snubber’. Rohloff heeft namelijk aangetoond dat bij extreme belasting de riem van de achterkrans kan afspringen. De ‘snubber’ is een wieltje dat niet meedraait (dus geen verhoogde wrijving geeft) en die dat zou moeten voorkomen. Het serienummer van de naaf is 113.561, hoger heb ik hem nog niet gezien. Na het eerste traject in het Himalaya zal ik de ‘snubber’ voor de tweede himalaya-etappe eraf halen en kijken of de riem bij flink hard trappen eraf springt.
DE TEST
1. Gebruiksgemak
Je kent het wel: je hangt een jas of een handdoek over je fiets en hij komt tegen de ketting. Of: je stapt af en je fiets leunt tegen de binnenkant van je been en de ketting raakt je broek. Nou met een riem heb je die viezigheid allemaal niet. De riem krijgt van mij een dikke 10 als waardering. Hij heeft het de hele tocht goed gedaan.
Oh ja, olie op de ketting is dus niet meer nodig. Carla met haar kettingfiets vanaf nu zelf olie op de ketting doen. Dat is dus niet gebeurd… Af en toe piepte haar ketting nogal en die is nu helemaal versleten.
2. Degelijkheid.
Ik had verwacht dat met het temperatuurbereik tijdens deze reis dat de riem wel nagespannen moest worden. Maar zowel bij 10 graden onder nul als bij 35 graden, blijft d spanning constant. Wel piepte de riem soms onder het vriespunt. Ik ga dat thuis nog verder onderzoeken.
Als ik bij een steile helling met volle kracht op de trappers ging staan, hield de riem zich goed.
Ik heb op een gegeven moment de riem half op het voorblad en later half op het achterkransje gelegd (zoals hier op de foto rechtsboven).
Toen ik wegfietste, corrigeerde de riem zichzelf en kwam weer goed op het voorblad en het achterkransje.
Ik heb als test het achterwiel scheef gezet. Toen liep bij flink hard trappen de riem er vanaf. Aan de binnenkant zaten er toen wat rafels. Ik heb de riem teruggelegd en heb het wiel weer rechtgezet. Verder geen problemen gehad.
3. De destructieve test
Ik heb de riem vijfhonderd kilometer voor het einde van de tocht met een mes ingesneden. Aan de binnenkant, tot twee millimeter diep over de hele dikte.
Nou, hij is niet gescheurd! Dit betekent dus dat voor beschadigingen van scherpe opspringende steentjes je niet zo bang hoeft te zijn.
Aan het einde van onze tocht, kon ik pas na veel moeite de inkeping vinden omdat de riem erg smerig was zoals je hiernaast kunt zien.
De inkeping was niet dieper geworden, dus ik heb de reserveriem niet nodig gehad (mijn moeder ook weer blij)
Test zonder ‘snubber’
Ik heb deze in de bergen er vanaf gehaald. De riem is er daarna nooit afgelopen. De snubber kunnen we dus wel weglaten, al zal hij bij iedere fiets wel meegeleverd worden. Het is namelijk een eis van Rohloff.
Ik moet er wel bij zeggen dat ik heel constant fiets en daarbij ook een constante kracht uitoefen. Ik kan mij voorstellen dat de snubber bij een explosieve kracht (zoals bij de start van een Mountainbikewedstrijd of zo) wel zin heeft.
4. Duurzaamheid
Tja, alles draait en doet wat het moet doen.
Hoelang de riem meegaat, durf ik nog niet te zeggen, maar van alle klanten van De Vakantiefietser die er al veel mee gereden hebben, weet ik dat hij langer meegaat dan een ketting. Ik durf de riem voor zeker achtduizend kilometer te garanderen. Maar misschien dat dit in de toekomst meer wordt. Een ketting gaat meestal iets van drie- tot vijfduizend mee.
Eric Schuijt