Vaak wordt gevraagd: ”Moet ik een helm dragen?„
Antwoord:”Als er niemand is die om je geeft, dan hoef je geen helm te dragen.„
Eigenlijk moet je altijd een helm dragen. Ook al heb je zelf de fiets onder controle, dan nog kun je een ongeluk krijgen. Bij een afdaling kan een hond de weg oversteken of je raakt een stoeprand. Een helm verkleint het risico op hoofd- en hersenletsel met 71 procent!
Een helm bestaat uit vier onderdelen:
- De harde schaal aan de buitenkant. Die is van hard plastic en houdt scherpe punten tegen.
- De brekerlaag van hoogwaardig piepschuim. Deze kreukelzone absorbeert en breekt de val. Als een helm (of jij) hard gevallen is, dan is de brekerlaag niet meer goed; tijd voor een nieuwe helm.
- Het binnenwerk dat op je hoofd rust. Bijna altijd kun je deze afstellen op de diameter van je hoofd. Stel het binnenwerk zo af dat als je je hoofd schudt, dat de helm niet schudt.
- De kinband. Die moet je altijd dichtklikken onder de kin. Hij hoeft niet superstrak te zitten, maar wel zo strak dat je helm niet afvalt.
Wanneer is het gevaar het grootste dat je valt?
- Als je in een groep rijdt,
- bij een afdaling,
- aan het einde van een lange fietsdag als je minder scherp bent,
- als je op vrijdag de 13e bent geboren of met het verkeerde been uit je slaapzak bent gestapt,
- als je tijdens de lunch meer dan vier biertjes biertjes hebt gedronken,
- als je een fietstocht langs wijnproeverijen maakt,
Een helm moet lekker zitten, dus je moet hem altijd even passen. Hij moet het Europese kwaliteitslabel EN 1078 hebben. Dure helmen zijn aerodynamisch, wegen weinig en hebben meer ventilatie dan goedkopere helmen.
Er zijn vrouwenhelmen en kinderhelmen. Je hebt helmen voor grote hoofden en kleine hoofden. Helmen zijn soms fel van kleur, soms saai zwart. De maten lopen van 45 cm tot 73 cm. Een helm weegt ongeveer 250 gram; als je hem een tijdje op hebt dan merk je het niet eens meer. Kortom neem een helm mee!
Meer informatie over helmen kun je lezen in dit wetenschappelijk verslag dat gelukkig zeer leesbaar is.